Travels and Tales

A'way; met Annet en Lode op reis in Thailand 1993

Wachter

Sawadee

In 1993 vertrokken we enthousiast voor onze eerste reis naar Azië: Thailand. We hadden in Nederland twee georganiseerde tours geboekt. Omdat we ons 7 jaar later niet alle details van de hele reis meer herinneren, beperken we ons tot de beschrijving van de River Kwai-tour en een 7-daagse jungletrek in het noorden van Thailand.

River Kwai-tour
Om 7.00 uur verzamelen we voor ons guesthouse in Bangkok (Trang hotel) en hebben al snel aansluiting bij 8 anderen (Elna en Joost, Carina en Arie, Annette en Nico en Claudia en Peter). Er staan 4 mini-busjes klaar om ons buiten Bangkok te brengen. We laten de drukke, hete stad vol smog achter, waarin we kennis maakten met het Grote Paleis en de tempelcomplexen Wat Phra Kaew en Wat Po (met het indrukwekkende 45m lang liggende Boeddha beeld), waar we de taxiboten op de Chao Phraya rivier gebruikten als belangrijkste vervoermiddel naast de onvermijdelijke tuk-tuks, waar we verdwaalden in China Town en waar we op Patpong een echte Breitling kochten die het een jaar lang uitstekend deed.

floating marketWe beginnen aan een kanalentocht langs waterlelies en houten palenwoningen in een waterrijk gebied. De 'floating market' is de grote attractie. Iedere ochtend ligt het kanaal vol met bootjes waarop (voornamelijk oude) vrouwtjes met typische strooien hoedjes, elkaar over en weer fruit en groentes verkopen onder vrolijke geklets en gelach. Daarnaast zijn er nog enkele commerciële dames in de weer om de toeristen bahts of dollars afhandig te maken met de verkoop van de o zo typische strooien hoedjes. Vanaf de kades en de bruggetjes heb je een mooi overzicht. We fotograferen ons suf aan de kleurige taferelen, om er later achter te komen dat het filmrolletje niet goed in de camera zit …

Bij een pottenbakker krijgen we een rondleiding langs het proces van het ouderwetse pottenbakken; potten van ca. 1 meter doorsnede worden handmatig gekleid, handmatig beschilderd en daarna in lange hete ovens gezet. Er staan hier wel honderden reuzen potten, maar onze blik dwaalt herhaaldelijk af naar de kleurige mensen die hier het zware werk verrichten, jonge hondjes en spelende kleine kindertjes. Bij de beschildering van de potten neemt onze Guust Flater (Sjaak) een net afgewerkte pot als steunpunt voor zijn video-opname en zakt er doorheen …

We lunchen in één van de houten hutten langs de weg, waar ze op wonderlijke wijze heerlijke gerechten bereiden op een oude houtkachel. Een goede basis voor een bezoek aan de Keang Lawa grotten … Normaal is een grot lekker koel, een goede afwisseling voor dit hete klimaat, hier is het echter net een sauna! Het zweet loopt in stralen van ons af.

Een aap! De eerste wilde aap spotten we in de bomen. Zodra we echter stoppen worden het er een heleboel, en … ze wensen gevoederd te worden! Het maakt niet uit wat je in je hand hebt, ze grissen het er zo uit. Hoezo, leuke lieve beestjes?

We overnachten in een floatel, een drijvend hotel, gebouwd op bamboevlotten op de River Kwai. En na een boottocht van 45 minuten (gezeten naast een oorverdovende motor), luieren we heerlijk in de hangmatjes in de schaduw voor onze hut. Erg ontspannen allemaal. Geen licht, wel stromend water, maar dan wel het koude rivierwater. Het eten is geweldig. Na het eten worden de eerste biertjes gedronken en krijgen we een Hmong-dans voorgeschoteld. Hierna drinken we de bar leeg en is ons geld op! Gezelligheid kent geen tijd. We sluiten de bar en gaan naar de kamers. De muren bestaan echter uit dunne rieten matjes. En voordat we slapen, geinen we nog een aardige tijd met de buren en houden minstens 10 mensen uit hun slaap.

We worden om 6.00 uur wakker. Lode kan niet rustig naar de wc, want ik moet erbij. Er blijft weinig in mijn maag zitten en het ontbijt wordt maar overgeslagen. De rest van de dag hang ik lamlendig in de hangmat. Arie was er vroeg bij en heeft al een olifant gespot. Even later neemt deze schoonheid een bad naast het floatel onder het toeziend oog van een 20-tal toeristen. De groep bezoekt een schooltje en op een prikbord prijkt een krabbel van Robert de Niro. Tijdens de opnames van 'the Deer Hunter' heeft hij dezelfde accommodatie gebruikt. Na nog een wandeling om het dorp, komt Lode mij goede raad geven om wat pillen te slikken om me beter te voelen, maar ook nu keert mijn maag zich volledig om. We moeten echter door en gaan met de boot op weg naar een waterval. Helaas is iemand vergeten de kraan open te zetten.

Na een heerlijke lunch aan de waterkant van de rivier (helaas voor mij slechts een paar korrels rijst) gaan we naar het treinstationnetje om de trein te nemen naar Kanchanaburi. De Birma-spoorlijn, aangelegd door o.a. Nederlandse krijgsgevangenen in WO-II, volgt een prachtig traject. Langs rivieren, steile berghellingen en witte buddha-beelden. De trip duurt meer dan een uur, met verschillende stops in 'the middle of nowhere' en veel Thai's die ergens hun middagdutje doen.

De brug zelf, vooral de omgeving, vinden we een afknapper. Er zijn niet alleen veel toeristen (veel Hollanders) maar nog meer souvenirkraampjes. Indrukwekkender is de verderop gelegen begraafplaats van de krijgsgevangenen die zijn omgekomen gedurende de Japanse slavernij. Ontluisterend om de jonge leeftijden te zien op de grafstenen. Mannen die ruim 50 jaar geleden in de bloei van hun leven een vroege dood stierven. Maar ook het JEATH-oorlogsmuseum (Japan, Engeland, Australië, Thailand, Holland) is indrukwekkend. Een nagebouwde barak, met foto's, tekeningen en spullen uit de bewuste periode. Er hangt een eerbiedige stilte tijdens de rondgang door het museum. Mensen fluisteren met elkaar. Het dagboek van Wim Kan hangt er zelfs. Na dit portie historie nemen we afscheid van Elna en Joost, die verder trekken naar Indonesië. Wij gaan naar een eilandje in de River Kwai, Kewan Resort. We zwemmen hier in een ondiep bad, eten patat en kijken MTV! Het wordt erg gezellig. De avond eindigt op een pier, waar we met zijn zessen naar de sterrenhemel en de vleermuizen liggen te kijken en sterke verhalen vertellen.

De volgende ochtend vertrekken we naar de Erawan-watervallen. We klimmen naar het een-na-hoogste plateau (we geloven namelijk niet dat de extra inspanning nog mooiere uitzichten biedt) en zwemmen onder een prachtige waterval. Waar we enthousiast blijven watertrappelen, want een niet bewegend lichaamsdeel is reden voor de vissen om lekker aan je benen te sabbelen… De dames worden gefotografeerd met en door Thai.

Nakhon PathomOp weg terug richting Bangkok, via Nakhon Pathom. Hier staat de imposante Phra Pathom-chedi, een pagode die met 127m het hoogste boeddhistische bouwwerk ter wereld is. De stad stond in de film 'The Killing Fields' model als Phmon Penh. We stranden in een file en komen pas om 18.00 uur in Bangkok aan. Ik spurt naar het wisselkantoor. Lopend door Bangkok geniet ik van het reizigersgevoel, het ongebonden, vrije gevoel van leven met de dag. We halen daarna snel onze bagage en vertrekken naar het busstation voor de nachtelijke rit naar Chiang Mai.

Sfeer op het busstation: georganiseerde chaos, heel veel uitlaatgassen, want ook al moeten we pas over 2 of 3 uur vertrekken, we laten wel allemaal onze motor draaien en dat van wel honderden bussen. Voor al deze bussen honderden mensen. En speciaal voor al deze honderden mensen staan er veel, heel veel vreetkramen, waar de reizigers hun eten voor de lange reis inslaan. Zo ook wij! We vinden onze bus, checken buiten in aan een tafel en worden door een dame naar onze plek gedirigeerd. De bus vertrekt tegen tienen, gevuld met Thai, Hollandse farangs en een pokke Duitser. De meesten vallen direct in slaap. Echter, als je eenmaal hebt begrepen dat de chauffeur zijn rijbewijs bij een pak rijst heeft gekregen, slaap je niet meer zo makkelijk. De gouden regel: er wordt niet geremd, en we blijven het liefst midden op de weg rijden, luid toeterende tuk-tuks, fietsers en ezelskarren ontwijkend. Met de Golden Earring over de boxen bereiken we 's ochtends om 08.00 uur Chiang Mai.

De hectiek van de Aziatische metropool Bangkok, met z'n files, opdringerige verkopers, uitlaatgassen en herrie is verdwenen. Chiang Mai is rustig, overzichtelijk, gastvrij. De hitte zijn we inmiddels ook de baas.

Mae Hong Son-tour: jungletrek
In de rijstveldenWe vertrekken per truck uit Chiang Mai. Onze groep bestaat uit Iris en Dick, Wouter en Sander, Stanley de gids, zijn neefje Jacco als hulp-gids en de chauffeur Momtom (ook wel 60% genoemd). Na een lunchstop in Hot, beginnen we om een uur of twee met een tocht door de rijstvelden naar een dorp van de Pwo-Karen bergstam. Bij deze tocht is de begroeiing niet erg dicht, zoals we verwacht hadden. Een mooi uitzicht over de bergen en geweldige rijstvelden waar wij doorheen (over de dijkjes!) banjeren. Annet heeft, doordat ze bijna een week niet tot weinig heeft gegeten, last van knikkende knieën. Sander echter ligt halverwege de klim geheel op apegapen.

Onze fototrip door het dorpje wordt nog niet echt op prijs gesteld. De mensen zijn schuchter, maar voor een sigaretje worden we de beste vrienden. Het dorp heeft een waterkraan. De hutten staan op palen. De koeien, honden en zwijnen leven onder het woongedeelte. De trapjes om binnen te komen zijn gammel en glad. Vrouwen roken pijp, en zowel mannen als vrouwen kouwen op een soort pruimtabak, waardoor zowel de tanden als de mondhoeken en lippen donkerrood gekleurd zijn. Daarnaast heeft het grotendeel van de bevolking, weinig (meer brokstukjes) tot geen tand meer in de mond. Uit de kleding van de meisjes is onderscheid te maken wie wel en wie niet getrouwd is. En als huwelijksschat heeft een enkeling nog een paar gouden tanden in de mond hangen.

Pwo KarenOp een 'veranda' krijgen we bruingekleurde kleefrijst in een blad (hoe lang hebben ze de rijst hierin bewaard?!). Iris en ik krijgen geen hap door ons keel maar de mannen eten beleefd … Daarna kijken we een tijdlang naar spelende kinderen (soort voetvolley) en moeten we natuurlijk ook even onze kunsten vertonen. Jacco en Stanley maken met versgeplukte ingrediënten een overheerlijke chickencurry. Terwijl op de achtergrond de kinderen enthousiast aan het zingen zijn, vertelt Stanley zijn levensverhaal. Stanley is geboren als een Yellow Lahu in Birma, heeft gestudeerd in Rangoon en is met zijn familie verhuisd naar Thailand. Sindsdien is hij Missionary Teacher en 'trek uitvinder'. Dick is getrakteerd op 'whisky' en komt dronken 'thuis'. We rollen onze slaapmatjes uit, hangen onze klamboes op en kletsen nog een tijd in het donker …'

Om 7.00 uur zitten we al weer aan het ontbijt. Het zal een zware dag worden. Een klim stijl omhoog van anderhalf uur. Op aanraden van Stanley huurt Sander een drager voor zijn rugzak. Omdat ik nog steeds op rantsoen ben (i.v.m. opspelende darmen) besluiten we voor 100 baht (8 gulden) er ook een te nemen. Deze mannen gaan als een speer en tillen 4 van onze rugzakken alsof het veertjes zijn. Ondanks dat het 's ochtends motregent en bewolkt is, blijft het zweet in straaltjes van ons afdruipen (terwijl dit stukken beter loopt dan in de volle zon!!).

KarenWe lopen drieëneenhalfuur (volgens Stanley zijn we een snelle groep) naar het Karen-dorp. Af en toe hebben we het zo zwaar dat we vergeten naar al het mooie om ons heen te kijken. Een overheerlijke noodle-soup en verse ananas zijn een goede beloning. Via Mae Sarieng gaan we met de truck naar een Lua-dorp. Onderweg maakt de auto een aantal behoorlijke slippers alvorens we boven op de berg komen. Deze stam (officieel uit Birma) waren vroeger koppensnellers en verblijft op de top van de berg ter zelfverdediging. Sinds 3 jaar hebben ze elektriciteit en in de hut van de onderwijzer vinden we een koelkast met een groot hangslot er omheen.

Lua meisje's Avonds gaan onze twee bachelors (Sander en Wouter) samen met Jacco op bezoek bij een familie met een meisje dat nog vrijgezel is. Wij gaan mee, samen met Stanley (als tolk), en zitten gezellig om het vuur in de verder donkere hut. 'Zij' heeft speciaal voor ons haar traditionele kleding aangetrokken en doet niet veel meer dan veel glimlachen en één voor één met de heren op de foto gezet worden. Wij, oudjes, verlaten de arena en laten het gevecht aan Sander en Wouter over; ze komen dronken terug. Wouter valt in de smaak bij pa, omdat hij pure whisky drinkt. Sander bij de dame in kwestie. Felle discussies voerend over wie er nu 'gewonnen' heeft, vertrekken ze weer naar buiten op zoek naar hun nieuwe vriendin.

Ik vind een grote spin in de hut, recht boven mijn slaapmatje en heb het idee om het slapen nog maar een tijdje uit te stellen. Stanley meldt echter dat dit de 'good-house-spider' is en de giftige spinnen verjaagt en daarnaast eten ze 'mosquito's'. Ik val gerustgesteld in slaap.

Hot springsDe volgende ochtend vertrekken we naar Mae Hong Son. Opnieuw krijgen we de hele dag een cassettebandje van Grease te horen. We stoppen bij de naar zwavel ruikende warmwaterbronnen en geven onze beste imitatie van 'Grease Lightning' springend op de dijkjes tussen de plassen water. We proeven 'oubies' een soort van gefrituurde banaan in deeg. Besluiten onze eigen voorraad in te slaan (en op te eten omdat het zo lekker is) en worden vervolgens misselijk tijdens de rit.

PadaungIn een guesthouse kunnen we eindelijk weer eens heerlijk douchen. Daarna maken we een boottrip naar de grens met Birma. We stoppen onderweg bij de Longneck's (Padaung). De naam hebben ze te danken aan de ringen die de vrouwen om hun nek dragen waardoor hun torso naar beneden wordt gedrukt. De Long-Neck-vrouw krijgt haar eerste ringen op haar 8e, de volgende op haar 15e en de laatste op haar 25e. De ringen zijn van een apart metaal, omdat anders in het regenseizoen de bliksem haar kan raken. De Padaung zijn gevlucht uit Birma, omdat zij weigeren als drager voor het leger te werken. Omdat zij hier geen eigen grond hebben en dus ook geen inkomsten hebben, zijn ze volledig afhankelijk van toerisme. Wij voelen ons ongemakkelijk, meer een soort indringer. Maar Stanley spreekt de taal en voor we het weten schuiven we aan tafel. We roken sigaren, drinken wat en maken een paar foto's. We volgen een meisje naar de rivier en kijken toe hoe zij de ringen en haar nek wast. Het bezoek aan deze mensen is onvergetelijk. Zij overleven door hun cultuur en levenswijze te tonen aan toeristen. Het is boeiend om deze mensen te ontmoeten, maar ook triest dat zij alleen als attractie in hun onderhoud kunnen voorzien.

mae hong sonWe bezoeken de boeddhistische tempel hoog boven Mae Hong Son. Monnikken in oranje gewijden steken af tegen het wit van de beelden. We gaan 's avonds voor een geweldige Thaise massage van 2 uur. Als ik bijna in slaap ben gesukkeld, bedenk ik ineens dat ik niet zo lenig ben dat mijn benen in mijn nek kunnen liggen … en weg is de totale ontspanning!

Na een ontbijt met malariapil maken we een rit van 4 uur op een olifant. Stijle bergen op, over smalle paadjes door modder en riviertjes, gevolgd door een pijlrechte afdaling over een nog smaller pad. Het is moeilijk om bij een stijle afdaling het evenwicht te houden en niet uit het houten bakje te vallen. Met verkrampte spieren moeten we verschillende malen via het hoofd afstappen om het bakje opnieuw vast te maken. Indrukwekkend om te zien hoe deze kolossale dieren hun poten heel voorzichtig neerzetten om te kijken of ze wel een stevige ondergrond onder hun 'voeten' hebben, ondertussen vieze smurrie spuitend om de insecten te verjagen. Af en toe krijgen wij ook de volle laag.

OlifantEr is menig boek geschreven over datgene wat olifanten kunnen aanrichten. Ook de grote mannetjesolifant die voorop loopt (en af en toe vergeet dat Dick en Iris op zijn rug zitten …) laat geen kans voorbij gaan om een spoor van vernielingen achter te laten. Zijn baasje heeft moeite om het beest in toom te houden, als verderop een boom of struik staat die de olifant graag wil eten. In volle vaart vliegt hij op zijn doel af, trekt zonder enige moeite een boompje uit de grond en peuzelt dit onder het teruglopen langzaam op.

We lunchen met soep in plastic zakjes, nemen nog een duik in een meer en vertrekken voor een bezoek aan een Shan-dorp. De mannen drinken wat met de dorplieden, terwijl Iris en ik twee jongetjes volgen door de velden om te kijken hoe zij met hun eigengemaakte harpoen vis vangen. Het is een lange tocht naar de rivier en het begint langzaam te regenen. Dick komt ons zoeken voor het vertrek, omdat de paden door de regen te glad zullen worden voor de truck.

StanleyEn inderdaad is de weg te slecht en moeten we het laatste stuk lopen naar het Black Lahu-dorp waar we zullen overnachten. We worden enthousiast begroet door het dorpshoofd, die zoals gebruikelijk een vreselijk gebit heeft. Hier woont familie van Stanley. Men is heel gastvrij, lacht veel en vindt het geweldig dat wij foto's maken. Achter het dorp is een veldje waar de kinderen Thaise voetbal spelen. Verderop worden de koeien en zwijnen gehouden (en niet zoals we eerder hebben gezien onder de huizen). Een vrouw van 80 wordt door haar dochter van 35 met een stok naar huis gejaagd … Als we lekker op onze 'veranda' zitten, komen vanzelf de kinderen die zich om, voor en in de bamboehut verzamelen. Ze bekijken onze spullen, kletsen vrolijk. Een meisje wordt verschrikkelijk gepest en moet huilen. Iris en ik hebben al snel een zwak voor haar en geven haar iets te veel aandacht.

's Avonds wordt het een waar feest. In traditionele kleding spelen ze de fluit en wordt er gezongen. Hierna moeten wij er ook aan geloven en zingen nummers van U2 en het Wilhelmus … Later zingen de kleinste kinderen een ritueel voor de maan. Lode leert ze 'Malle Babbe'. Als iedereen op de grond ligt op de bamboe-vloer onder de klamboe gaat de gezelligheid verder met sterke verhalen en 'ik ga op reis naar Thailand en neem mee …' De honden weten ons echter 's nachts uit onze slaap te houden met hun geblaf en onderlinge gevechten.

kinderenWe worden 's ochtends begroet met 'Malle Babbe' door zowel kinderen als ouderen. We gaan een lange tocht maken, maar Sander laat de wandeling aan zich voorbijgaan. Het heeft 's nachts goed geregend en het zal een zware tocht worden. Het wordt schitterend. We lopen door dicht oerwoud langs de Birmese grens. We stoppen bij een grot, die 300 jaar geleden als begraafplaats fungeerde. We dalen daarin af en zien teakhouten lijkkisten en veel vleermuizen. Door een aërodynamische houding aan te nemen neemt Lode de afdaling van de berg iets sneller dan normaal en tolt van de berg.

We hebben er ongemerkt goed de pas in, we stijgen en dalen veel en hebben geweldig zicht op de bergen om ons heen. Onderweg doorkruisen we maïsvelden (deze worden in het najaar gebruikt als camouflage voor opiumplantages) en rusten bij een grot waar het hele jaar door water in staat. Tijdens de lunch gaat het weer regenen en Stanley gooit het tempo omhoog. GroepHet wordt glibberig en we moeten moeite doen om op de been te blijven. Daarnaast blijven we angstvallig kijken of we geen bloedzuigers oplopen. Ik weet ze iedere keer bijtijds met mijn stok van me af te halen, maar Iris loopt er uiteindelijk toch één op. We zien veel bloemen, heel veel groen, horen apen op de achtergrond en zien af toe een wegschietende slang. Stanley wijst ons er op dat we naast de mooie dingen in de natuur ook goed moeten opletten op olifantengras en giftige bladeren. Na vijf uur lopen komen we moe maar zeker voldaan aan bij de truck.

We trekken verder naar een modern Red Lahu-dorp; hekjes om de hutten, elektriciteit, christelijk geloof en nintendo-spelletjes. Ergens in de verte horen we Birmese muziek. In het dorpshuis komen de kinderen spelen die zelfs de muziek overstemmen die Stanley en Jacco uit de gitaar proberen te halen. De harde houten/bamboe vloer waar we iedere avond op slapen begint nu te wennen.

AkhaDe hele nacht regent het en zelfs de volgende ochtend komt het met bakken uit de lucht. In overleg met Stanley kiezen we een alternatief plan. Gisteren was het al zwaar om te lopen, maar nu zal de weg nog slechter zijn. We bezoeken een Hmong-dorp en gaan door naar een Akha-stam (over een hobbelweg van drie kwartier). Vrouwen uit een nabijgelegen dorp proberen ons, met succes, hun spulletjes te verkopen. Dit dorp valt buiten het gebied Chiang Mai en de provincie, zodat er geen water en elektriciteit wordt aangelegd. Zij zijn afhankelijk de rivier 500 meter verderop. Kinderen lopen er lekker smerig en vaak naakt bij. Vrolijke mannetjes die met elastiekjes spelen en veel lachen. Na weer een muzikale avond, hebben we een zware nacht; Jacco snurkt, honden vechten en hanen kraaien.

We staan vroeg op, ik voel me smerig en brak, en na een tocht van anderhalfuur zijn we terug in ons guesthouse in Chiang Mai. Heerlijk douchen, haren wassen, wassen, wassen en nog een keer wassen. Stanley geef ik als fooi mijn halogeenzaklamp, die hij bijna alle dagen van de trek al geleend heeft. Hij vindt hem geweldig en blijft glunderen. We brengen onze foto- en diarolletjes weg, brengen een bezoek aan de tempel Wat Pra Singh en liggen heerlijk aan het zwembad van het Rincome-hotel. 's Avonds eten we fastfood en gaan we uitgebreid koffiedrinken met Dick en Iris. De trektocht door de schitterende natuur en de bezoeken aan de diverse bergstammen heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten. De plannen voor volgende reizen naar Azië worden gesmeed.

De volgende ochtend staat de nieuwe lichting voor de 7-daagse trek al weer klaar. Stanley komt, zoals we van hem verwachten, met brede grijns binnen. Alleen Sander slaapt nog en Stanley helpt mee om hem een poets te bakken; klopt op de deur en roept dat het tijd is om te vertrekken …

Meer foto's in het fotoboek
Home





Copyright 2003 - Annet Blanken & Lode Broekman